Ondertussen zijn we al meer dan een week in quarantaine omwille van het wereld dominerend gespuis, het coronavirus.
Uitgezonderd van de lessen die we via afstandsonderwijs geven en het gebrek aan uithuizige tripjes naar ons favoriete café, een nieuw te exploreren land of de grootmoeders die ons als een “foie gras gans” volproppen met allemaal lekkere spulletjes, is het niet veel anders dan een reguliere semi-onbezorgde vakantie.
Meer zelfs, we voelen de drang om ons zo nuttig mogelijk te maken thuis met de extra tijd die we gekregen hebben. Ondertussen is onze storm belaagde tuin terug “tak vrij”. De ramen zijn gewassen (langs beide kanten). De bloembollen die in een donkere hoek lagen te wachten op wat potgrond zijn geplant.
Er is nog tijd over zelfs, tijd voor spelletjes, series, lekker koken, tijd voor zetelhangen met sociale media, tijd voor creativiteit… Ongegeneerde, opdrachtloze creativiteit. En zo heeft mijn schetsboek weer wat lege pagina’s minder.
Zo ongeremd een hele dag tekenen doet deugd! Waarom doe ik dat dan niet vaker… Die vraag blijft met een schouderoptrekje onbeantwoord.
Maar vandaag was een prima tekendag. Een beetje oefenen op mijn lijnvoering, zoeken naar spontaniteit, nieuwe houdingen…
Vaak teken ik voor mezelf wat dingetjes na van illustratoren die ik bewonder, zo leer ik ook in hun potloodje kruipen. De echte uitdaging zit ‘m in zelf iets verzinnen, zelfs iets creëren dat niemand anders heeft. Moeilijk hoor! Maar ondertussen heb ik een soort van “mini-muze” gevonden, een man (uitgezonderd van die knapperd die ik hier thuis heb rondlopen) met een karakterkop waarvan ik meteen zoiets had: “ die moet ik tekenen”. En ondertussen ben ik portretjes aan het maken, niet enkel van een oude Duitser, maar allerhande koppen.
Nog minstens 4 weken thuis… dus ik slijp m’n potloodje nog maar eens.








